Mick Boskamp
'Mister Playboy' is Goofy & Clumsy
Je gelooft het niet, maar er zijn nog steeds mensen die me herkennen van Playboy. En dat terwijl ik 21 jaar geleden toch echt officieel afscheid van het magazine had genomen. 'Was jij niet Mister Playboy?' vroeg een man me laatst in het winkelcentrum van Haarlem Schalkwijk.
Tweehonderd meter verderop werd er druk gewerkt aan het gebouw, waar ooit de uitgeverij van Playboy was gevestigd. Het eens zo trotse tijdschriften bastion VNU wordt omgebouwd tot een appartementen flat. Het schoot meteen door me heen toen de man vroeg of ik Mister Playboy was. Dat toeval niet bestaat en nooit bestaan heeft ook.
'Ja, toch?' voegde hij eraan toe. Om van het geouwehannes af te zijn zei ik: 'Elke man die bij Playboy werkt, is mister Playboy...'
'Vast,' zei de man, die eerder op een door gestuiterde gabber op leeftijd leek, dan op een Playboy-lezer. Al weet ik eerlijk gezegd niet hoe die lezer eruit zag en ziet.
In ieder geval niet zoals hij.
'Maar jij was altijd op de televisie toen,' oreerde hij. 'Als er iets was dat over Playboy ging, moest ik altijd naar jouw hoofd kijken.' Het werd tijd om te gaan. Hij riep me nog iets na, dat ik niet kon verstaan. Mijn oren zijn niet meer wat ze geweest zijn. Maar de rest doet het gelukkig nog aardig. Soms te goed. Zoals bij het plassen. Daarbij is het soms heel fijn om iets niet te horen. Het enige dat bleef hangen van wat hij riep, waren de woorden 'Playboy' en 'nep'. . Zou hij hebben gezegd dat ik een nep Mister Playboy was?
De mensen die me echt goed kennen en die dichtbij me staan , moeten - zelfs als ze onvoorwaardelijk van me houden - bekennen dat die mogelijke uitspraak (nep Mister Playboy) een kern van waarheid bezit. Een kern die zich in grootte verhoudt als de pit van een avocado zich verhoudt tot het vruchtvlees.
Ik houd het niet meer voor me. Waarom ook? Ik ben 67. Als ik nu nog dingen voor me houd, verdien ik het om de prullenbak in te gaan en te worden over gebakken. Weet je hoe onze 16-jarige dochter me al enige tijd noemt? En je weet het: dochters hebben een haarfijn gevoel voor wat er gaande is in de grote mensenwereld. Ze heeft twee namen voor me, die in één adem moeten worden genoemd (dicteert dochterlief als naamgever).
Ze noemt me Goofy & Clumsy.
Die laatste omschrijving begrijp ik wel. Ik ben namelijk bijna griezelig onhandig. Maar die eerste is lastiger te duiden. Goofy betekent mal en zoals je ongetwijfeld weet is dat ook de naam van een cartoon hond van Disney, een hond die eeuwig speels is en alle kanten op gaat. Ben ik dat? 'Ja,' zei dochterlief desgevraagd. 'Je bent heel erg mal en je gaat ook alle kanten op.' Oh boy, daar zat de wereld op te wachten. Op een 67-jarige stuiterbal.
Nu ik beide betekenissen van mijn 'koosnaampjes' weet, heb ik hier een mooi voorbeeld waarin het malle en het onhandige van mij mooi in elkaar overvloeien.
Een tijdje geleden reed ik naar het kleine kustplaatsje Ter Heijde in het Westland om mijn lieve vrouwenmaatje Karin te helpen in haar woning. Zelf helpt Karin de halve wereld, waarvoor ze vaak stank voor dank krijgt. En toch gaat ze door met geven. Dus die keer dat ze aan mij vroeg om haar te helpen, bestond er geen 'nee'. Karin's huurwoning werd door een legertje bouwvakkers omgetoverd in een bijkans gloednieuwe woning, maar dat gaf natuurlijk wel wat stof en troep. Vandaar dat de hulptroepen werden opgeroepen om haar bij te staan in de strijd voor een cintroentjesfrisse, nieuwe stek. Karin had voor mij een klus bedacht waarvan ze vond dat die wel bij me paste. Het opruimen en wegknippen van overbodige snoeren oftewel snoeren die geen dienst meer deden. Meteen daarop kreeg ik last van klotsende oksels.
Je moet altijd uitkijken met snoeren, die geen dienst meer doen, want vaak zijn die verstrengeld met snoeren die wel belangrijk zijn, zoals het snoer van de televisie. Als rechtgeaarde ADHD'er heb ik echter de vervelende gewoonte om zonder nadenken direct actie te ondernemen. En terwijl ik mezelf er geestelijk danig op had voorbereid om vandaag, wat er ook gebeurde, eerst na te denken en dan te doen, knipte ik meteen een draad door. Ik zag dat de drie draden, waarvan ik er een dus zojuist had doorgeknipt, aan de andere kant van de kamer weer uit de muur kwamen. Eén ervan liep naar de televisie. Een kleine berekening leerde me vervolgens dat de kans 33,3 procent was dat ik de televisie het zwijgen had opgelegd.
En toen Karin de televisie aandeed en er niets gebeurde, leerde ik dat je niet alleen geluk, maar ook pech kunt afdwingen. Net op het moment dat ik heel stilletjes het huis uit wilde piepen omdat ik dringend behoefte had aan een lange strandwandeling naar mijn woonplaats Zandvoort, hoorde ik Karin roepen: 'Hij doet het! De stekker van de router zat er niet in!'
Wat een opluchting. Ik raapte nog een paar losgeknipte snoeren op die eerder in de week waren gesneuveld en bracht ze naar de vuilnisbak die achter het hek van de achtertuin van Karin's woning stond. Ik bleef even staan om diep adem te halen. Daarbij deed ik ook mijn ogen dicht en genoot ik van een vroeg zonnetje in een vers jaar. Toen draaide ik me om, deed het tuinhek open en liep via de tuin naar de achterdeur van het huis. Ik stapte naar binnen, naar de keuken en zag op een stoel in de woonkamer een vrouw zitten die ik nog niet eerder had gezien. Waarschijnlijk een vriendin die ook kwam helpen. 'Hai, ik ben Mick', zei ik. 'En wie ben jij?'
Maar de vrouw zei niks. Ze leek versteend alsof ze heel erg geschrokken was. En in een tiende van een seconde, viel alles op z'n plek. Een en ander werd bevestigd door het feit dat Karin's plafond niet deze kleur had. Ik keek geschrokken naar de tang die ik in mijn hand hield. Wie ben jij? 'Oh, sorry,' zei ik en maakte snel mijn excuses, wachtte de reactie van Karin's buurvrouw niet af en liep snel via de tuin, door het hek naar het hek ernaast, door de goede tuin naar binnen. Karin was gordijnen ophangen en vroeg of ik meehielp. Inmiddels was een vriendin van haar gearriveerd en ik besloot het verhaal met de buurvrouw nog even niet te delen.
Inmiddels is het maanden verder en heb ik het verhaal over deze zorgelijke verwarring nog steeds niet aan haar verteld. En van de buurvrouw heeft ze ook niets gehoord. Althans: haar kennende had ze dan meteen gierend van de lach aan de telefoon gehangen. De buurvrouw had mij waarschijnlijk nog nooit gezien en dacht dat ik een verwarde klusjesman was.
Karin, je weet inmiddels dat ik Goofy & Clumsy heet. Dat heb je in de loop der tijd kunnen ondervinden. Maar ik beloof je, althans: ik hoop te beloven dat het niveau van Goofy & Clumsiness hiermee z'n treurige hoogtepunt heeft bereikt.
コメント